Ooievaars
20 augustus 2015 – Hij heeft benen als een ooievaar zegt men over iemand met hele lange benen, maar op De Vogelklas hebben we het deze dagen over brekebenen als een ooievaar, zoveel ooievaars kregen we de afgelopen weken binnen. Normaal gesproken vangen we er één of twee in een heel jaar op, nu zitten we al op vijf in twee maanden!
Maar denk nu niet dat de baby’s van Nederland zwaarder zijn geworden of de ooievaars blessuregevoeliger, er lijkt hier gewoon sprake te zijn van vette pech. En dat is gek, want de ooievaar geldt al eeuwen als een geluksbrenger. Vroeger was de lente pas echt begonnen als de ooievaars weer terug in Nederland waren, en als je het privilege had een ooievaarsnest op je dak te hebben, kon dat niks anders betekenen dan dat jou in dat jaar veel geluk ten deel zou vallen.
Toch is het lange tijd buitengewoon beroerd gegaan met de ooievaars in Nederland. Door het gebruik van het landbouwgif DDT was de ooievaar in de jaren ‘60 zelfs bijna uitgestorven in ons land. Dankzij De Vogelbescherming en een groot aantal ‘ooievaarsstations’ in Nederland gaat het tegenwoordig weer heel goed met deze prachtige vogel.
Maar hoe zit het dan met die pechvogels in De Vogelklas? Om te beginnen hadden we er twee uit hetzelfde nest, alle twee kregen ze een ongelukje tijdens hun vlieglessen. Het eerste jong was in de sloot terecht gekomen en was vooral uit zijn doen. Zijn broer kwam een week later, hij had tijdens een oefenvlucht een diepe wond in zijn vleugel opgelopen en een pees beschadigd. Maar ook dikke pech kan omslaan in groot geluk: ze waren dolgelukkig elkaar weer te zien! Eenmaal herenigd herkenden ze elkaar meteen en hielden ze niet op met klepperen en snavelen. Hun ouders hebben we helaas niet teruggevonden, daarom zijn de beide vogels inmiddels overgebracht naar Het Ooievaarsstation Herwijnen. Daar zullen ze , als ze helemaal op krachten zijn, uitvliegen.
Minder gelukkig zijn twee vogels die afzonderlijk binnenkwamen. De ene, een volwassen ooievaar, had een flinke onderhuidse ontsteking aan zijn ellenboog en kon niet meer vliegen. De dierenarts heeft zoveel mogelijk ontstekingsweefsel en botsplinters verwijderd. En hoewel het goed met hem gaat, kunnen we nog niet zeggen of hij ooit weer kan vliegen. De andere was een jonge vogel met een gebroken vleugel. Dit dier kwam binnen via Diergaarde Blijdorp. Inmiddels is zijn mitella verwijderd en is het bot geheeld. Ook bij deze vogel is het nog niet te beoordelen of hij ooit zijn vliegkunsten kan vertonen.
Gisteren kwam de vijfde onfortuinlijke ooievaar binnen, ook een onhandig jong dat in een sloot is beland. Koud, kletsnat en onder het kroos hebben we hem meteen onder de föhn gezet. Vandaag stond hij weer fit op de poten. Op een later tijdstip besluiten we of we hem zelf loslaten of ook via het ooievaarsstation.